Over- of onderverpakking voorkomen?
“Kijk naar het soort product”
Het blijft een spanningsveld om in het geval van voedingsmiddelen te veel of te weinig verpakkingsmateriaal te gebruiken. Bij oververpakken is het product wel goed beschermd, maar is de CO2-voetafdruk en daarmee de milieu-impact van de verpakking onnodig groot. Bij onderverpakking is dat juist weer andersom met nog meer milieuschade omdat het product niet goed beschermd is, met onnodig bederf.

Het devies van Pack4Food is dan ook: kijk vooral naar het soort product dat je verpakt om de juiste balans te vinden. We spraken projectmanager Brecht Van Der Hoeven over het thema onder- versus oververpakking. En de richting die Pack4Food consequent hanteert: verpakkingsoptimalisatie. Van Der Hoeven belicht de verschillende kanten van de zaak.
Economie en voedselveiligheid
“Drijfveren voor de optimalisatie van verpakkingen zijn zowel economische optimalisaties als wetgeving. Economische optimalisatie wordt bereikt door minder materialen en lichtere materialen. Aan de andere kant doen bedrijven aanpassingen om aan wetgeving te voldoen. Bijvoorbeeld in de vorm van beter recycleerbare verpakkingen. Gevolg van deze drijfveren is dat men oververpakking wil voorkomen.”
Maar dat levert ook een mogelijk gevaar op, signaleert Van Der Hoeven. “Men gaat verpakkingen mogelijks aanpassen zonder voldoende rekening te houden met de bescherming die het voedingsproduct nodig heeft richting voedselkwaliteit en -veiligheid.”
Green deal
De aandacht voor beter recycleerbare verpakkingen heeft een forse impuls gekregen door het ‘Circular economy action plan’ en de ‘Green Deal’ van de Europese Commissie. “Dit heeft vanaf 2018 aanzet gegeven tot verschillende initiatieven op gebied van wetgeving, zoals de SUP-wetgeving, de non-recyclable plastic tax en de update van de PPWD (Packaging and Packaging Waste Directive) naar de – minder vrijblijvende – PPWR (Packaging and Packaging Waste Regulation). De vier R’en die hierbij steeds terugkomen (reduce, reuse, recycle, refuse) zetten ondernemingen aan tot aanpassingen aan verpakkingen om aan de nieuwe regels te voldoen.”

Reductiemaatregelen
Omwille van verschillende argumenten op gebied van wetgeving, kostenreductie en duurzaamheid – lees de reduce-maatregelen die hierboven zijn beschreven – wordt er daarbij nog steeds gestreefd naar een verpakkingsmateriaal dat zo dun mogelijk is. “Aangezien deze materialen nog steeds functioneel moeten zijn en voldoende barrière moeten bieden, greep men in het verleden vaak terug naar multilayer-materialen die moeilijker of niet recycleerbaar zijn. In de huidige tendens naar monomaterialen wil men nog steeds deze barrière-eigenschappen behouden, aangezien de eindklant geen verpakking zal aanvaarden die minder functioneel is. Het materiaal dikker maken kan een oplossing zijn om de eigenschappen te verbeteren, maar is zowel vanuit economisch standpunt (hogere kostprijs) als duurzaamheid (meer materiaalverbruik) niet ideaal.”
Alternatieven
Maar er zijn ook alternatieven om uit dit dilemma te komen. Van Der Hoeven opnieuw: “Een ander type oplossing om de eigenschappen te verbeteren, is het gebruik van alternatieve barrièrecoatings zoals bijvoorbeeld aluminiumoxide (AlOx) of siliciumoxide (SiOx) coatings. Een uitdaging hierbij is dat AlOx en SiOx soms ‘flex-cracking’ vertonen wanneer ze verwerkt worden. Dit betekent dat er microscopisch kleine barstjes kunnen ontstaan in de coating wanneer het materiaal veelvuldig geplooid wordt tijdens bijvoorbeeld de verwerking.”
“Andere alternatieven zijn barrière-inkten en structuren van hetzelfde materiaaltype die gemodificeerd zijn om verschillende eigenschappen te hebben (MDO-PE).” Wat zoveel wil zeggen dat hetzelfde soort kunststof in meerdere in plaats van één richting is uitgerekt. Een voorbeeld van dergelijke structuur is: MDO-PE/PE/EVOH/PE. “Bijkomend voordeel is dat deze barrière-coatings of de EVOH laag het recyclageproces niet gaan verstoren als de materialen voldoen aan de huidige recyclageprotocollen zoals Recyclass.” Bijvoorbeeld met maximaal 5 procent EVOH in het laminaat.
“Aangezien er nog heel wat onderzoek en innovaties nodig zijn op gebied van alternatieve barrièrelagen die bovendien recycleerbaar zijn, is Pack4Food betrokken in het BeFORE-project dat in maart 2025 is gestart.” BeFORE is een CONET TETRA-project. CONET staat voor COllective Research NETwork en is gebaseerd op Europese samenwerking. TETRA is daarbij een Vlaamse invulling en staat voor TEchnologie TRAnsfer.
Van Der Hoeven bevestigt dat de impact van voedselbederf een significant deel uitmaakt van de totale milieu-impact van een verpakt voedingsproduct. “Meerdere studies tonen dit aan. De ervaring uit ons eigen CIRCOPACK-project leerde ons dat de impact van het voedingsproduct zelf (afhankelijk van type product) gemiddeld genomen rond de 50 procent zat van de totale milieu-impact van het verpakte product.”

Spagaat verpakkende bedrijven
Daarbij snapt Van Der Hoeven dat verpakkende bedrijven worstelen met de tegenstelde eisen waar verpakkingen soms aan lijken te moeten voldoen. “Het is uiteraard een uitdaging voor bedrijven om tegelijk te voldoen aan alle duurzaamheidsaspecten, aan het garanderen van de houdbaarheid en economisch competitief te blijven.”
Pack4Food helpt bedrijven om daarin hun weg te vinden. “Wij raden bedrijven aan om eerst en vooral de karakteristieken van het voedingsproduct goed te onderzoeken en te doorgronden. Dit zal namelijk bepalen welke bescherming een verpakking aan het voedingsproduct moet bieden om een bepaalde voedselkwaliteit en houdbaarheid te behalen. Van zodra de noden van het voedingsproduct in kaart zijn gebracht, kan gezocht worden naar een verpakkingsconcept dat de nodige functionaliteit heeft. Indien er meerdere opties beschikbaar zijn, kan men ten slotte de verpakkingen gaan onderzoeken of optimaliseren naar de meest duurzame keuze.”
Opleidingen en advies

Daarbij zijn er meerdere sporen hoe Pack4Food bedrijven kan helpen in de zoektocht naar de meest duurzame verpakking. Een daarvan zijn opleidingen. “Pack4Food biedt een breed gamma van vaste opleidingen aan waarmee bedrijven op korte tijd hun kennis grondig kunnen bijschaven. Zo was er recent (21/03) nog de opleiding ‘Duurzaamheid en verpakking’. Komende opleidingen focussen op de verschillende R’en, bijvoorbeeld de opleiding ‘Voedselveiligheid van herbruikbare en recycleerbare verpakkingen’ of de opleiding ‘Biogebaseerde en composteerbare verpakkingen’. Daarnaast organiseert Pack4Food ook opleidingen op maat, afgestemd op de noden en voorkennis van de onderneming.
Ook ondersteunt Pack4Food bedrijven met advies voor al hun vragen die gerelateerd zijn aan verpakkingen. “Dit kan zowel gaan over technische vragen, update van wetgeving of vragen naar contacten binnen ons Pack4Food-netwerk.”
Reuse versus recyclage
6R is daarbij – 4R plus rethink en resource – een gangbare methode om tot de meest verantwoorde verpakking te komen van minder tot meest duurzaam verpakkingsmateriaal. “Naar mijn mening is er weinig discussie over het feit dat ‘reduce’ de R is die op nummer één staat. Dit kan zowel gaan over het verdunnen als verwijderen van onnodige lagen/materialen. De volgorde van prioriteit voor reuse en recycle is echter iets waar veel meer discussie over is in de verpakkingswereld. In de recent gepubliceerde PPWR worden maatregelen van beiden R’en opgenomen en is het niet éénduidig wat de volgorde van prioriteit is. Puur afgaande op de targets in de PPWR, lijkt ‘recycle’ belangrijker te zijn daar verpakkingen tegen 2030 100 procent recycleerbaar moeten zijn.”